koken op zijn gelders

We gingen een keer anders koken. We maakten gerechten uit de Gelderse keuken. We hebben met appels gekookt.

We aten hete bliksem en appelepap

Hete bliksem

Dit hadden we nodig:

 

500 GRAM KLAPSTUK

750 GRAM AARDAPPELS, geschild en in kwarten

1 THEELEPEL ZWARTE PEPERKORRELS

1 KG APPELS, geschild en uitgeboord

75 GRAM BOTER

1/2 THEELEPEL FOELIE

4 LAURIERBLAADJES

 

We bakten de klapstuk bruin aan alle kanten in de boter. We deden er 3 decilter water toe, de foelie, de laurierblaadjes, de peperkorrels en zout; we brachten het aan de kook en lieten het anderhalf uur stoven. Ondertussen sneden we twee appels in schijven en hieldendie apart. We sneden de rest van de appels in stukken en deden die bij het vlees, met de aardappels. We stoofden nog een half uur. Nu gingen we de aardappels pureren met de gekookte appels met het kookvocht. We bakten de achtergehouden appelschijven in de overgebleven boter. We sneden het vlees in plakken. We aten de appel-aardappelpuree met het vlees en daarop de plakken appel.

Appelepap

  

  Dit hadden we nodig:

2 APPELS, geschild en in stukjes

4 EETLEPELS SUIKER

1 THEELEPEL VANILLESUIKER

1 EETLEPEL ANIJSZAAD

1/2 LITER KARNEMELK

2 EETLEPELS BLOEM

We kookten de appels met de suiker, de vanillesuiker en een deciliter water tot ze zacht zijn en pureerden ze toen. We voegden de anijszaad toe. Toen roerden we de bloem door de karnemelk en deden dit bij de appelmoes. We brachten het geheel al roerend langzaam aan de kook. We lieten het 3 minuten zachtjes toerend koken. We aten het warm.