Manieren om te evalueren.

 Je evalueert op verschillende manieren. Mondeling door middel van een evaluatiegesprek. Schriftelijk door middel van een evaluatieformulier of een toets of examen. Zelfs fysiek. Dat die je door middel van een wedstrijd.

Evaluatiegesprek houd je met mensen die bijvoorbeeld samen een activiteit hebben georganiseerd. Je bespreekt punten over de uitvoering van de activiteit.

Het kan ook individueel. Dat kan met een ouder die een kind op een kinderdagverblijf heeft. Je bespreekt de gang van zaken. Op school organiseren ze ouderavonden.

Je hebt ook een evaluatieformulier. Daarop vult iedereen vragen in hoe hij iets heeft gevonden. De formulieren lees je en je verwerkt ze.

Dan kun je evalueren door te observeren. Je bekijkt het eindresultaat en je bespreekt dat of je maakt er een verslag van.

Dan heb je nog een aantal creatieve vormen.

Lijnevaluatie. Dan heb je een lijn met daarop de cijfers 1 tot en met 10. Je geeft het product een cijfer.

Smileys plakken. Je hebt een aantal punten op een vel papier geschreven. Bij de punten waar je tevreden over bent plak je een smiley.

De goed en fout methode. Op een papier zet je alle positieve punten. Op het andere vel zet je de verbeterpunten.

De dobbelsteen evaluatie. Je zet op een papier zes punten. Je gooit met de dobbelsteen en zegt wat over het nummer dat je gooit.