observeren

  In je  werk moet  je vaak observeren.

Waarnemen en observeren zijn twee verschillende dingen. waarnemen doe je altijd maar observeren doe je in verschillende situaties. Observeren doe je altijd  doelgericht  en met een bepaalde methode.

Je  kijkt naar wie, wat waar, wanneer en waarom. Observeren gaat altijd over gedrag. Je gaat gedrag onderzoeken. Je mag  bij observeren niet interpreteren, je moet letterlijk opschrijven wat je ziet. Je eigen mening doet er niet  toe. het gaat alleen om de feiten.

Observeren doe je met een stappenplan.

Ik ga Jasmijn uit de blog over waarnemen, signaleren en interpreteren eens observeren. Het  is een verzonnen situatie, het is niet echt.

De reden waarom ik Jasmijn ga observeren is dat ze  zich anders  gedraagt. Ze is stil en heeft minder contact met de andere kinderen.

Het  doel is dat ik erachter wil komen of er redenen zijn voor het gedrag van Jasmijn.

De vraag die ik mezelf stel bij de observatie is: wat is de  reden van het veranderde gedrag?

Wat ik ook wil weten is:

Wat is het contact  tussen Jasmijn en de andere kinderen?

Hoe verloopt het contact  tussen Jasmijn en de leiding?

Welke initiatieven onderneemt Jasmijn in het contact?

Zijn er bijzondere gedragingen bij Jasmijn?

Ik  ga observeren via de vrije observatiemethode. Dat  betekent  dat ik opschrijf wat ik zie.

Ik  observeer op de BSO

ik observeer tijdens het buitenspelen, tijdens het eten en bij binnenkomst. 

Ik observeer 28-8 om 8 uur  binnenkomst

                     30-8  om 12.30  uur  eten

                        2-9 om 11 uur   buitenspelen

De evaluatiepunten zijn: Is er ander gedrag? Zijn er  bijzondere gedragingen? Zijn er aanwijzingen die  op een reden duiden voor het andere gedrag?

Als ik  op deze vragen antwoorden hebben gevonden kan ik Jasmijn  helpen.