toets communicatie
Situatie 1
Tessa zit in groep 7 op de school voor speciaal onderwijs waar ik werk. Ze heeft verschillende gedragsproblemen en vertoont normaal gesproken wel een paar keer per week agressief gedrag. De laatste twee weken is ze juist erg stil en zit ze vaak wat ineengedoken in een hoekje. Ik vraag me af of ze wellicht lichamelijke gezondheidsproblemen heeft of dat er iets anders aan de hand is.
vrije observatie. Je doet dit meestal wanneer wer ander gedrag plaatsvind. dat is bij Tessa ook, eerst agressieve buien en nu zo stil en teruggetrokken. Ik zou het combineren met participerend observeren omdat ze het zo minder in de gaten heeft
Situatie 2
Op de groep waar ik werk, worden alle maaltijden samen genuttigd aan de grote eettafel. Een van de kinderen is Janek van tien. Janek houdt van overzicht en structuur en heeft moeite met veranderingen. Sinds kort is de groep uitgebreid met twee nieuwe kinderen, die alleen op donderdag en vrijdag komen. Hoewel Janek zijn vaste plek aan de eettafel heeft behouden (met het oog op structuur), lijkt hij vooral op donderdag en vrijdag geen trek te hebben. De nieuwe kinderen zitten best ver bij hem vandaan, dus het lijkt onwaarschijnlijk dat deze omstandigheid zijn eetlust beïnvloedt. Toch eet Janek op de andere dagen wel goed. Of dit probleem nu echt met de aanwezigheid van Marcel en Rik te maken heeft? Ik wil weten wat de echte oorzaak is van Janeks probleem met eten.
Situatie 3
Ik werk op een dagbesteding voor kinderen met een handicap. Een van de kinderen is Pleun. Ze is verstandelijk beperkt en kan niet goed praten. Daarentegen is ze zeer vaardig in gebarentaal. Toch is er de laatste tijd een probleem ontstaan: Pleun geeft steeds aan dat haar gebaren verkeerd worden begrepen, waardoor ze niet krijgt waar ze om vraagt. Als ze bijvoorbeeld om melk vraagt, zegt ze vervolgens dat ze toch echt thee bedoelde. Een lastige situatie, vooral omdat er alleen in gebaren gecommuniceerd kan worden. Pleun houdt vol dat zij het toch echt steeds bij het juiste eind heeft. Steeds vaker wordt ze boos, omdat ze ervan overtuigd is dat zij het bij het rechte eind heeft. Toch heeft nog niet elke collega dit probleem ervaren: sommigen wel, anderen niet. Om dit probleem helder te krijgen, moet helder worden hoe vaak dit soort situaties voorkomen.
gestructueerd observeren want we moeten helder krijgen hoe vaak deze miscommunicaties voorkomen en hoe en bij wie. Als je het turft wanneer en hoe kun je het in kart brengen hoe vaak en bij wie het vookomt.
Ik had de opdracht goed uitgewerkt en juist toegelicht.
Opgave twee vond ik wel moeilijker
Ik moest de volgende situaties doorlezen en aangeven van elke situatie of ik koos voor mondelinge of schriftelijke rapportage (individueel, groep of algemeen), en mijn antwoord toelichten.
Situatie 1
De verstandelijk beperkte cliënten van mijn groep hebben vandaag een sportdag gehouden. Ze hebben zelf allerlei sporten bedacht en de hiervoor benodigde spullen klaargezet en teams gemaakt. Ze hebben hiervoor elk een naaste uitgenodigd om mee te doen: ouders, broers of zussen of een andere bekende. De hele dag hebben ze samen gevoetbald, gedanst en estafette gedaan. Op een enkele blauwe plek na is alles goed verlopen. De groep is trots op de geslaagde sportdag. Dit wil ik mijn collega's morgen laten weten.
schrifelijk want je moet het terug kunnen lezen. Het was een groepsactiviteit want de clienten hebben het zelf georganiseerd dus het is een groepsrapportage. Het is ook een klein beetje algemeen want het is een activiteit en die kan op meerdere groepen worden gedaan.
Situatie 2
Ik ben gastouder van zes kinderen in de leeftijd van nul tot zes jaar. Een van de kinderen, baby Ben, was al niet zo lekker toen hij in de vroege ochtend werd gebracht. Van zijn normaal gesproken grote eetlust is niets over: op drie halve flesjes na heeft hij niets gegeten. Wel heeft hij, ook omdat het warm was, extra water gekregen. De warmte lijkt hem geen goed te doen: net voor het afscheid ontdekte ik beginnende luieruitslag. Ook heeft hij wat rode vlekken op zijn borst. Het is voor moeder belangrijk te weten hoeveel vocht Ben die dag heeft binnengekregen, en sinds wanneer hij de vlekken heeft
schriftelijk want de moeder moet het aan de huisarts kunnen overleggen hoeveel Ben heeft gegeten en gedronken en hoe laat je die vlekken zag. Het is een individuele observatie
Ook deze opdracht had ik goed uitgewerkt en juist toegelicht
De derde opdracht was de moeilijkste.
In een professionele omgeving is het belangrijk dat ik me bewust ben van mijn eigen handelen en gedrag. Een hulpmiddel om hier meer inzicht in te krijgen is het kernkwaliteitenmodel van Daniel Ofman.
Ik moest voor mezelf het kernkwaliteitenmodel invullen: wat zijn mijn kwaliteiten, mijn valkuilen, mijn allergieën en mijn uitdagingen?
Ik moest mijn uitwerking vervolgens laten zien aan twee mensen in mijn omgeving: Ik moest erachter komen of zij herkenden wat ik over mezelf had genoteerd.
Kwaliteit geduldig | Valkuil afwachtend |
forcerend allergie | daadkrachtig uitdaging |
Kwaliteit betrouwbaar | Valkuil gesloten |
arbitrair allergie | inovevatief uitdaging |
Kwaliteit betrokken | Valkuil dwepend |
onverschillig
allergie | beschouwend
uitdaging |
Mijn vriendin zegt dat die kwaliteiten wel kloppen. Ik ga volledig voor dingen en voel me erg verantwoordelijk, soms en beetje te..Geduld en betrouwbaar kloppen ook volgens haar, ik zou wat meer zelfverzekerder mogen zijn.
Mijn ouders zeggen dat ik erg betrokken ben. Ze vinden dat ik het soms ook wel een beetje los mag laten. Betrouwbaar vinden ze mij ook, ze vinden dat ik wel minder gesloten mag zijn.
De leraar van de loi vond dat ik mooie kwaliteiten had. Hij vond dat ik ze mooi in het vierkant had gezet en dat ik een mooie feedback had ontvangen De eerste kwaliteit die ik ga aanpakken is meer daadkrachtig worden.
Reacties
Een reactie posten