wandelroute van Leerdam naar helde

Deze wandeling kun je het beste in april maken.Overal langs de route staan fruitbomen uitsloverig te bloeien. Eerst de pruimen en kersen, op de voet gevolgd door peren en appels. Maar eerst krijgen ze witte en roze bloesems.
Wanneer de fruitbomen bloeien is niet precies te zeggen, het is afhankelijk van veel factoren. Wel komen de bomen steeds vroeger in bloei, door de opwarming van de aarde.  Je gaat nu ook wel zien dat appelbloesem en pruimen bloesem een beetje tegelijkertijd gaat bloeien.

Toen we tijdens onze wandeling in  Rumpt liepen zei een oude mevrouw:Dat is de mooist bloeiende perenboom van de Betuwe,” Pukkie tilde net zijn poot tegen de boom “U woont hier mooi”, zei ik. “Ik ga hier alleen nog weg,tussen zes houten plankjes.” zei de mevrouw nog.
“Perenhout zeker,” zei Carla toen we doorliepen.
De streek waar we doorheen wandelden, de Betuwe, staat bekend om zijn fruitteelt. De zandige, oude stroomruggen van de rivier zijn hier zeer geschikt voor. Hoewel er laagstambomen, dikkere kersenrassen, plukmachines, lopende banden en pluktreinen zijn is de fruitpluk nog steeds erg veel werk.
De hele wandeling liepen we langs de Linge. Soms liepen we er vlak langs en soms liepen we achter een dijk langs.
De Linge stroomt door de Betuwe van Doornenburg tot Gorinchem.Het is  één van de langste  Nederlandse rivieren. Ooit was de Linge een woeste rivier. Nu is het een rustige rivier.  de Linge is in vroegere eeuwen ingedamd om overstromingen te voorkomen.
Het is een hele rustige plak waar vissers kunnen vissen en  mensen rustig in hun kano kunnen varen. Ergens verderop zit  er een zwanenpaar te broeden.
Bij Gorinchem mondt de Linge uit in de Merwede en zorgt zo voor de afwatering van het gebied tussen Waal en Lek. Aan de zandplaten aan de kant kun je zien dat het ooit een krachtige rivier was. De oeverlanden van de Linge zijn beschermd natuurmonument.
Als de Linge een zilveren ketting is, dan zijn dijkdorpjes de kralen. Niet fonkelend als opzichtige diamanten, maar als glanzende parels. Van Beesd tot Leerdam, allemaal hebben ze wel iets.
Beesd heeft als nadeel dat het aan de A2 ligt. Toch is het een mooi dorpje. Het heeft een beschermd dorpsgezicht, met de grootste bezienswaardigheid de Sint-Pieterskerk. Het dorp is al oud: Beesd wordt voor het eerst genoemd in de stichtingsoorkonde van de abdij Mariënweerd in het jaar 1129. Op 31 januari 1995 werden de inwoners van Beesd verplicht geëvacueerd vanwege de gevaarlijk hoge waterstand van Maas en Waal. Overigens ligt aan de rand van het dorp het Uilen- en Dierenpark De Paay. Ik heb een keer gekampeerd in Beesd.
We liepen een heel stuk langs de dijk van bij Rumpt. Daar staat de mooiste perenboom van de Betuwe, volgens iemand die daar woont... Het enige wat ik weet van Rumpt is dat het  al bestond in het jaar 960.  Het dorp heeft een zeer aangename sfeer.

Vlak na de drukke provinciale weg liepen we met de Linge mee de weiden in. Al van ver  zagen we het scheve kerkje van het oude dorpje Acquoy. Ik vond het  een erg mooi kerkje Het wordt niet voor niets de 'Betuwse Toren van Pisa' genoemd: de 15e-eeuwse kerktoren staat 115 cm uit het lood. Dat is een helling van 3,8 graden, 0,2 graden minder dan de toren van Pisa. Opvallend is dat op het kerkhof het graf van een mevrouw Pisa te vinden is. Verderop ligt nog Fort Asperen.



De rijke geschiedenis van  Leerdam kun je terugzien in historische gebouwen zoals de Grote Kerk en het Oude Raadhuis. Aan de Zuidwal stond ooit het Kasteel van Leerdam. Dit is compleet verwoest door de Spanjaarden in 1574 en nooit meer opnieuw opgebouwd. In 1770 bouwde men hier het Hofje van Mevrouw Van Aerden, dat is nou een museum .
Vanaf de 18e eeuw werd het stadsleven van Leerdam geleid door de glasfabriek en de houtindustrie. De Glasfabriek Leerdam is internationaal bekend als de ‘Royal Leerdam’. Vanaf Pasen tot eind september werken glasblazers uit binnen- en buitenland in het Glascentrum, daar kun je ook gaan kijken als je wil. Leerdam is ook bekend door de Leerdammer kaas.


Toen kwamen bij iets prachtigs: Heerlijkheid Mariënwaerdt. Het is een particulier landgoed dat al sinds 1734 in bezit is van de familie Van Verschuer. De 19de generatie van deze familie beheert het landgoed nu en woont in het landhuis.





Op veel plaatsen lijkt het hier  alsof de tijd heeft stilgestaan. Al die boerderijtjes met hooibergen. We wandelden langs akkers waar biologisch geboerd wordt, door wildrijke bossen, over grienden en statige lanen. Hier verlieten we even het asfalt en liepen we over mooie onverharde paadjes met zicht op een molentje. Ongelofelijk schitterend!
Rond het jaar 1000 stond hier een Norbertijner abdij: Mariënwaerdt, dat 'het eiland van Maria' betekent. Door de jaren heen werd het klooster een soort stadje. Er waren helaas veel overstromingen en plunderende legerbendes en op een kwade dag werd abdij Mariënwaerdt volledig verwoest.



Als je  van walnoten houdt moet je daar in de herfst zijn. Om geld  te verdienen voor onderhoud van het landgoed organiseert de familie jaarlijks een Landgoedfair en een Kerstfair.

Het is echt een superlange wandeling en je bent  de hele dag bezig maar er zijn genoeg cafeetjes en bankjes waar je even kunt uitrusten. Het is echt de moeite waard.


Reacties

Populaire posts van deze blog

voorbereiding van het EK

mijn lievelingspaarden op de Oosterhoutse manege

optreden. op koningsdag