herfstwanding in Beesterswaag

We vinden Friesland ook een leuke provincie dus in de herfst is een mooie tijd om eens naar Friesland te gaan.
We gingen naar Beesterswaag om 9 km te wandelen.
Beetsterzwaag is een prachtig dorp . Er staan kapitale landhuizen langs de Hoofdstraat. Maar ook statige eiken- en beukenlanen die het bos doorkruisen. De Friese landadel was de baasvan het dorp en de omgeving .Zij lieten op de heide en woeste gronden bos aanleggen, dat diende voor houtproductie. Dat is inmiddels verleden tijd, maar de erfenis die zij achterlieten, mag er zijn. Zelfs de ooievaar blijft lekker in de herfst in Beesterswaag.

De wandeling begon aan de Freulesingel. over het bruggetje lag de ‘Tuin van Lycklama’. Daar staat een tulpenboom. Zijn stralend gele herfsttooi is een lust voor het oog. De boom dankt zijn naam aan de bloei in juni met talrijke tulpvormige bloemen, die een subtiele schoonheid bezitten met hun oranje en geelgroene kroonbladeren. In de herfst is hij helemaal prachtig.Na een bezoek aan de tuin liepen we langs de speeltuin terug naar de route.

De Van Teijens Fundatie is eigenaar van het bos ten zuiden van Beetsterzwaag. In het verleden zijn hier voor de houtproductie grote percelen met naaldbomen aangeplant. Dit gebeurde netjes in rijen met bomen van dezelfde soort en leeftijd. Door groepen van deze naaldbomen te kappen, wordt ruimte gemaakt voor bomen die hier van nature thuishoren zoals eik en beuk. Deze twee boomsoorten waren overigens ook al geliefd bij de deftige heren van Beetsterzwaag, die hier in het verleden de bossen lieten aanleggen. Daarvan getuigen de oude statige eiken- en beukenlanen die het bos doorkruisen. Eiken en beuken staan bekend om hun fraaie herfstkleuren en in dit jaargetijde lirpen we hier dan ook onder een ‘goudkleurig baldakijn’.

Zo op het eerste gezicht is het wel een rommeltje in het bos. Overal liggen omgevallen of omgezaagde bomen, in diverse stadia van verrotting. Maar het dode hout is een bron van leven voor zowel flora als fauna. Voor paddenstoelen is dood hout een waar eldorado. Hoe verder het hout verteerd is, hoe meer paddenstoelen er bezit van nemen. Maar ook allerlei insecten vinden hier hun onderkomen. Op hun beurt dienen deze weer als voedsel voor grotere dieren. Vogels en andere gewervelde dieren kunnen in dood hout hun nesten en bouwwerken aanleggen. Het wordt als het ware een huis waar het welig tiert van leven, wonen, jagen, eten en gegeten worden. In een natuurlijk bos is het aandeel dood hout zo’n 40% . De helft van alle bosplanten en dieren leeft van of op dood hout. Kortom, dood hout is van levensbelang voor een bos.

Op het zuidelijkste deel van de route liepen we op de rand van bos en weiland. En dat biedt prachtige doorkijkjes over het stroomgebied van het Koningsdiep. Je kunt daar een ooievaar tegenkomen. Ik had altijd gedacht dat een ooievaar in de herfst naar de warme streken van Afrika trekt.Dat klopt, maar de ooievaars vanBeetsterzwaag doen dat niet. Niet voor niets worden deze vogels door de lokale bevolking dan ook een beetje neerbuigend ‘projectooievaars’ genoemd. Ze zijn in zogenaamde ooievaarsdorpen gefokt en daardoor erfelijk afwijkend van de trekkers. Aan wegtrekken denken deze ooievaars niet.

Op het laatste deel van de witte route staken we via een lange vlonder een ven over. Dit water is het thuishonk van kikkers. Omdat kikkers van insecten leven, vinden ze in de winter geen voedsel. Ze houden een winterslaap. Als in de herfst de temperatuur geleidelijk daalt en het aantal insecten afneemt, zoekt de kikker zijn winterkwartier op. In een ven of sloot brengt hij verstijfd de winter door, terend op zijn vet. Als de lentezon het slootwater warmer maakt, komt hij weer tevoorschijn. Maar het moddervette diertje is dan inmiddels wel broodmager geworden.


Aangekomen op de Freulesingel verlieten we de wittepaaltjesroute. Het veelkleurige herfstbos zet zich voort in de ‘Overtuin van Lyndenstein’ en zelfs in de nieuwbouwwijk even verder op de route, waar de tuinen kleine herfstparels zijn.

De kunst van spinnen
Bij een herfstwandeling in het bos liepen we tegen spinnenwebben aan. Van duchtbij zie je dat  het een echt kunstwerkje is. De webben zijn meestal afkomstig van de huisspin. Dat is ook te zien aan het witte kruis met witte vlekjes in het web. Vangt de spin een prooi, dan omwikkelt ze die met enige spindraden, zodat deze weerloos wordt. Hierna geeft ze de buit een beet met haar kaken waar gifklauwen aan bevestigd zijn. Zo brengt de spin verterende sappen in haar maal, waardoor deze van binnen geheel vloeibaar wordt en daarmee ‘klaargestoomd’ als lekkernij.


Op het ooievaarsnest dat we aan het einde van de route tegenkwamen is het snavelgeklepper voor even verstomd. Als twee ooievaars op hun nest zitten, verklaren ze elkaar de liefde met spectaculair snavelgeklepper. Het liefdesspel zal in het voorjaar weer te zien en te horen zijn. Een kleine kanttekening bij deze liefdesverklaring: ooievaars zijn niet trouw aan elkaar, maar ‘nesttrouw’. Dat verklaart waarom sommige ooievaarspaartjes lang bij elkaar blijven


Onderweg hebben we nog een kopje koffie gedronken bij Prinsheerlijk. 

Op de terugweg hebbn we nog een hapje gegeten in een restaurant


Reacties

Populaire posts van deze blog

voorbereiding van het EK

mijn lievelingspaarden op de Oosterhoutse manege

optreden. op koningsdag